Vandaag is de mooiste dag van het jaar: Stille Zaterdag.
In de Christelijke traditie de dag tussen de kruisiging en de opstanding. De dag voor Pasen. De periode waarin het Oude er ‘niet meer’ is en het Nieuwe er ‘nog niet’ is. De lastig te verdragen plek van het ‘niet weten’. Pasen is ook verbonden met het Heidense Lente-feest ‘Eastre’, waarin het ei vruchtbaarheid en nieuw leven symboliseert. Stille Zaterdag gaat over het sterven van het oude en het ontstaan van nieuw leven.
Deze Corona crisis dwingt ons tot een Stille Zaterdag. Een stok die door de Natuur tussen de spaken van het vertrouwde Wiel van Alledag gestoken wordt. Het wiel als de beweging van onze samenleving die geworteld is in de neo-liberale marktdenken en de illusie van het maakbare leven. Waarin we allemaal een sterk ‘ik’ moesten zijn om maatschappelijk zelfredzaam te zijn. Waarin we voor onze levensloop moesten zorgen en verantwoordelijk waren voor ons eigen ook weer maakbare geluk. Ik-jes als kleine eenmanszaakjes die in de Stille Storm van de Corona crisis dreigen om te waaien. Waarin de angst wellicht bezit van ons heeft genomen en nog niet kunnen aanvoelen dat we worden uitgenodigd voor een nieuwe dans.
Er kantelt iets dat we niet kunnen overzien. We hebben geen idee hoe de impact zal zijn op het leven waar we zo vertrouwd mee waren. Uit alle macht proberen we de zeilen bij te zetten om hoe het wàs op creatieve manieren voort te zetten. Want: alles moet doorgaan zoals we het hadden gepland. De economie komt als een ouderwetse stoomlocomotief schokkend en piepend tot bijna-stilstand. De kosten die door de overheid gemaakt worden om ervoor te zorgen dat iedereen die failliet gaat of zonder werk komt te zitten kan overleven stijgen elke week tot ongekende hoogten.
Alle hoop is gericht op het stoppen en beheersbaar maken van de verspreiding van het virus. Corona-angst drijft ons naar een eerste vergezicht op het ‘nieuwe gewoon’ als 1,5 meter samenleving. Maar dat is slechts het plastic omhulsel om de kurk van een fles die we nog niet geproefd hebben. Stille Zaterdag. Alles vertraagt, alle zicht op ‘hoe het verder gaat’ is een mistig gissen. Kun je dat niet-weten verdragen? Kunnen je de radicaliteit van dit moment omarmen?
Kun je het zo omarmen dat ook je eigen geautomatiseerde manier van ‘zijn’ met je vele verhalen en gemoedstoestanden (zo ben ik!) tot stilstand komt in overgave aan het niet weten? Waarin je vertrouwde zingeving en wie je dacht te zijn afbrokkelt in de dood van jouw aaneengeregen snoer van rituele momenten?
Stille zaterdag. Waarin het niet weten zo diep ingrijpt dat het vertrouwen niet echt meer buiten je te vinden is, maar waarin dan wel? Als je al het geknutsel dat gericht is op het doorgaan van het oude doorziet als een zinloze beweging. Wat dan? Het nieuwe is niet ‘grijpbaar’. Het naderende nieuwe toont zich in de verandering van het oppervlaktewater op zee, als de golfslag ineens begint te veranderen en de golfslag stiller wordt. Tot bijna rimpelloos. Wat gebeurt er? Tot je je ineens realiseert dat er in de stilte van dat wateroppervlak iets omhoog aan het komen is, iets dat zo groots is, dat het de golfslag doet verstillen, als een walvis die omhoog komt. Je kunt iets zien, maar ook nog niet. Langzaam rijst er iets groots. Dat, precies dat is de betekenis van Stille Zaterdag. Zien dat het oude er niet meer IS, en het nieuwe er NOG NIET IS, waarin buiten grijpgrage handen om het te kunnen beheersen er iets groters verschijnt dat je nooit had kunnen bedenken. Dat jouw vertrouwde manier van ‘zijn’ radicaal transformeert. Ga maar eieren zoeken ! Of ga je ze vinden. Of tonen ze zich aan jou?